Heupklachten

heup1

Het heupgewricht wordt gevormd door de heupkom (acetabulum) en de heup- of femurkop (caput femoris). De heupkom is een onderdeel van het bekken en de heupkop maakt deel uit van het dijbeen (femur). De heupkop is via de nek (collum) verbonden met de schacht van het dijbeen. Het heupgewricht vormt de schakel tussen het bekken en het bovenbeen. Het gaat hier om een zogenaamd kogelgewricht, waardoor het bovenbeen ten opzichte van het bekken in nagenoeg alle richtingen kan bewegen. Hierdoor is het mogelijk het bovenbeen ten opzichte van het bekken naar voren te bewegen, dit wordt buigen (flexie) van het heupgewricht genoemd. Het naar achteren bewegen wordt het strekken (extensie) genoemd. Het bovenbeen van het bekken afvoeren (naar buiten bewegen) wordt abductie genoemd, het bovenbeen ten opzichte van het bekken aanvoeren (naar binnen bewegen) heet adductie. Het bovenbeen kan ook naar binnen (endorotatie) en naar buiten (exorotatie) worden gedraaid.

 

Banden

Zowel voor als achteraan zijn er een aantal stevige gewrichtsbanden die van het geheel een zeer stabiel en beweeglijk gewricht maken.

 

Spieren

Stevige spieren rond de heup zijn noodzakelijk, omdat de heup voor een deel instaat voor de stabiliteit bij het rechtstaan en het lopen. De heup is voorzien van twee spiergroepen: de dorsale heupspieren (spieren die aan de achterkant lopen en stabiliteit geven aan het heupgewricht tijdens bewegingen naar achteren) en de ventrale heupspieren (spieren die aan de voorkant lopen en stabiliteit geven aan het heupgewricht tijdens bewegingen naar voren).

De dorsale heupspieren zijn onderverdeeld in:

  • musculus iliacus;
  • musculus psoas major;
  • M. tensor fasciae latae;
  • M. gluteus maximus;
  • M. gluteus medius (kleine bilspier);
  • M. gluteus minimus (grote bilspier);
  • M. Piriformis.

De ventrale heupspieren zijn onderverdeeld in:

  • rriceps coxae;
  • m. quadratus femoris (grote bovenbeenspieren);
  • m. obturatorius externus.

heup2

Kraakbeen

De bekkenkom en de heupkop zijn bedekt met een dikke laag kraakbeen die ervoor zorgt dat het gewricht soepel en pijnloos kan bewegen. Zolang de kraakbeenlaag intact is, zijn er geen problemen. Zelfs op hoge leeftijd kan er voldoende intact kraakbeen aanwezig blijven om normaal te functioneren, zonder pijn. Door zijn functie, het dragen van het lichaamsgewicht en het voortbewegen van het lichaam, zijn er uitgesproken krachten die inwerken op dit gewricht. Dat maakt de heup en vooral het kraakbeen van de heup zeer vatbaar voor slijtage.

heup3

Kapsel

Het gewricht is omgeven door gewrichtskapsel. Het gewrichtskapsel wordt verstevigd door banden. De bewegingen van het heupgewricht worden in feite alleen beperkt door het gewrichtskapsel. Hierdoor is het buigen beperkt tot 100 graden, het strekken tot 20 graden, het afvoeren tot 40 graden en het aanvoeren tot 30 graden. Bij volwassenen is het naar binnen draaien evenals het naar buiten draaien van het bovenbeen beperkt tot 30 graden. Jonge kinderen kunnen het bovenbeen 50 graden naar binnen en naar buiten draaien.

 

Aandoeningen aan de heup

De meest voorkomende aandoening aan de heup is artritis, een ziekte die gepaard gaat met een pijnlijke ontsteking in de gewrichten. Bij osteoartritis is het kraakbeen dat dijbeenkop en heupkom bedekt verdwenen. De botten schuren hierdoor tijdens het bewegen tegen elkaar, met als gevolg pijnklachten en stijfheid. Een andere veelvoorkomende gewrichtsaandoening is reumatoïde artritis waarbij vaak meerdere gewrichten zijn aangetast. Het weefsel dat het gewrichtskapsel bedekt, verdwijnt en dit heeft pijn, zwellingen, en beschadigingen aan het gewricht tot gevolg. Ook treden er bewegingsbeperkingen op. Bij zeer ernstige artritis en pijnklachten als gevolg van een heupaandoening, kan het heupgewricht worden vervangen. Tijdens deze chirurgische ingreep wordt een kunstheup geplaatst ter vervanging van de dijbeenkop en de heupkom.

 

Heupprothese: total hip

heup4

Jaarlijks worden in Nederland ongeveer 17.000 heupprotheses geplaatst. Mensen bij wie de eigen heup zodanig is verwoest dat het lopen zeer pijnlijk is, komen in aanmerking voor een kunstheup. Artrose of artritis is hier in meeste gevallen de oorzaak van. Er zijn verschillende typen heupprothesen met ieder hun varianten, die zich onderscheiden in enerzijds methode van fixatie, anderzijds in de materiaalcombinaties die gebruikt worden voor de aangrenzende vlakken van kop en kom. Bij moderne heupprotheses worden zowel de gewrichtskom als het dijbeen vervangen. Alleen in het kader van acute fractuurbehandeling kan op hogere leeftijd met kop/halsvervanging alleen worden volstaan.

 

De heupprothese

De prothesen kunnen zowel met een kleefstof worden bevestigd (gecementeerd) of zonder kleefstof (ongecementeerd) worden bevestigd. Bij de gecementeerde heup wordt een gelijkmatige vulling van de ruimte tussen prothese en bot verkregen. De cementloze heupprothese heeft een vorm die zo goed mogelijk overeenkomt met de interne vorm van de heup. Door verklemming blijft de prothese in het been zitten. Door middel van een speciale coating zal de prothese in het bot groeien. Omdat er vaak problemen optreden bij de cementloze prothese, kiest men vaker voor een gecementeerde heupprothese.

 

Heupprotheseoperatie

Een heupprotheseoperatie is voor specialisten een routine-ingreep. Toch vraagt de ingreep wel aantal specifieke voorzorgen. Het inbrengen van vreemde materialen in het lichaam geeft een vergrote kans op infecties. Om deze reden moeten protheseoperaties onder zeer steriele omstandigheden uitgevoerd worden. Een heupprotheseoperatie brengt ook een risico op trombose met zich mee. Daarom wordt voor en na de operatie een antistollingsbeleid gehanteerd. De operatie kan onder algehele narcose of met een ruggenprik uitgevoerd worden.

 

Behandeling na de operatie

Een geslaagde heupvervanging is een dankbare operatie die de kwaliteit van het leven van de patiënt aanzienlijk zal verbeteren. Het is belangrijk om na een paar dagen weer mobiel te zijn en met krukken te gaan lopen om de heup weer te belasten. Binnen drie maanden zullen de spieren en het kapsel om de prothese hersteld zijn. Ter voorkoming van het uit de kom schieten van de heup, moeten extreme draaiende bewegingen en het naar binnen bewegen van de heup vermeden te worden. De fysiotherapeut kan u helpen met concreet advies en oefeningen.
Na de herstelperiode is een heupprothese geschikt voor alledaagse activiteiten als wandelen, fietsen, zwemmen en lichte beroepsactiviteiten. Zwaar werk of zware sportbeoefening is meestal niet meer mogelijk.

 

Fysiotherapeutische behandeling

Om zo goed en snel mogelijk van uw operatie te herstellen, krijgt u van uw fysiotherapeut advies en oefeningen voor thuis. Dit zijn oefeningen om de spieren krachtiger te maken, oefeningen om de beweeglijkheid van de gewrichten te verbeteren en algemene conditietraining.
De fysiotherapeut leert u ook om met uw nieuwe heup weer te kunnen (trap)lopen, met twee krukken en zonder krukken. De behandeling kan waar nodig ook bij u thuis zijn. Als u weer in staat bent om naar de praktijk te komen, kunnen oefeningen daar doorgaan. U krijgt een uitgebreid oefenprogramma, waarbij rekening wordt gehouden met uw wensen en mogelijkheden.